zondag 14 juni 2015

13 juni Homer



Vandaag gaan we naar Katmai National Park, de plek waar we beren  zullen gaan observeren. ’s Ochtends na het opstaan kunnen we lekker in het zonnetje ontbijten. Tegen half negen rijden we naar Emerald Air Service waar vandaan we met een watervliegtuigje zullen vertrekken.  Ter plekke worden we eerst nog even gebriefd door Eric over wat we gaan zien, wat we wel en  niet mogen doen en we krijgen charmante laarzen aan die tot aan je liezen reiken. Deze zorgen ervoor dat je niet nat wordt als je door een rivier waad. Veel extra laagjes zullen we niet nodig hebben want het weer in Katmai is ook prima. Eén van onze gidsen die daar overnacht heeft heeft per sateliettelefoon nog even contact gehad met Emerald.
 
Naast ons gaan er nog 4 Amerikanen mee. Dus we zitten met z’n zevenen in het watervliegtuigje. De tocht duurt circa 1.15 uur, omdat het toestel niet snel is. Het bouwjaar is 1946. Hij vliegt wel goed. In Katmai landen we in het zelfde watertje als alle andere watervliegtuigen die er al staan. Allemaal groepen die van Kodiak eiland komen. Daar leven ook beren, maar omdat er op ze gejaagd wordt vluchten ze meteen als ze mensen zien. Op Katmai eiland is dat niet het geval. Daar associëren de beren mensen niet met gevaar, dus besteden ze ook totaal geen aandacht aan ze en rennen ze ook niet weg. Zolang je jezelf maar wel aan hun regels houdt. Voorover buigen wordt door hun gezien als agressief net als recht op een beer aflopen.  Op Katmai eiland bevinden zich overigens ook vulkanen en gletsjers. 





Als we over het Katmai eiland vliegen zien we op het strand al beren lopen. Beren doen in hun leven maar 3 dingen: eten, slapen en paren. Wij arriveren op het moment dat ze in hun paringsperiode zitten. Verder zijn beren efficiënte beesten. Ze doen niet meer dan nodig is. Als we aankomen staat de andere gids, Natan, ons al op te wachten. Als iedereen een bushstop heeft gemaakt vertrekken we. 


We lopen tussen bomen en struiken door en bereiken een grote grasvlakte. Daar treffen we meteen al 8 beren aan. Dit is bijzonder als je er vanuit gaat dat er ongeveer 10 beren op één vierkante mijl leven. Ter vergelijking: in Denali Park is dat 1 beer per vierkante mijl. Dit verschil ontstaat omdat er in Katmai voor de beren veel meer te eten is. We lopen langs de rand van de grasvlakte in een lint en gaan zitten op een boomstronk om de beren te kunnen observeren. 



De afstand tussen ons en de beer is minimaal 300 meter. We krijgen veel uitleg over de beren en we zien de verschillende rituelen van de beren die horen bij het paren, inclusief het “haantjes” gedrag van de mannetjes beren: ‘ik ben groter dan jij dus jij moet wegwezen”.  Op deze wijze verblijven we ongeveer 4 1/2 uur op dezelfde grasvlakte. 


We verplaatsen ons een aantal keren om nog beter zicht te krijgen op de beren. Eén van die plekken is in de buurt van een rivier. De beren lopen aan de  andere zijde, totdat er één over gaat steken en ons tot op circa 40 meter nadert. Een bijzondere ervaring. 




De beren weten dat we er zijn, ze ruiken ons, maar omdat ze niet bang zijn voor ons, gaan ze door waar ze mee bezig waren. In dit geval eten.



Tegen vier uur vertrekken we weer met het watervliegtuigje naar Homer. William heeft een plek in de cockpit gekregen, naast de piloot. 


Als we weer geland zijn is het nog steeds prachtig weer. William besluit om nog even te gaan hardlopen, terwijl Annelies zich ontspant met een boek in de zon. Tijdens het hardlopen komt William nog een moose tegen die ineens de weg overstak. Gelukkig zagen de automobilisten dat ook.

’ s Avonds gaan we nog even lekker uit eten: een burger voor Annelies en een steak met grote garnalen voor William: heerlijk.



Kortom we hebben ons vermaakt en het was een BERENLEUKE dag (vandaag is dat één woord).

1 opmerking: