vrijdag 28 februari 2014

28 februari: Sailing for the Dolphins

Vandaag een heerlijk dagje op het water van de Bay of Islands. De zon schijnt, het wordt zo'n 25 graden vandaag. Om half tien melden we ons in het haventje van Paihia bij skipper Vanessa en crewmember Scott die ons welkom heten op hun catamaran.

We gaan zeilend op zoek naar dolfijnen, misschien kunnen we zelfs met de dolfijnen zwemmen. Dat hangt van hun gedrag af; als ze jongen hebben dan kunnen we sowieso niet met ze zwemmen. We duimen dat het lukt. De zeilboot biedt plaats aan maximaal 35 mensen, maar we zijn met 20. Er is ruim plaats op het achterdek, binnen of voor op de twee "trampolines". Veel wind staat er in de ochtend nog niet, dus we gaan op de motor de haven uit. In Russell pikken we nog een paar passagiers op en daarna varen we de Bay of Islands in. Het belooft een mooie dag te worden. We hebben er zin in.

Al heel snel spotten we de eerste dolfijnen. Echt fantastisch om ze weer te zien. "Ze kennen de boot", zegt de skipper en komen daar naar toe. Ze vinden het leuk om met het roer van de boot te spelen; ze schuren er met hun rug tegenaan, alsof ze jeuk hebben.

Ze zwemmen rond de boot, duiken er onderdoor en sommigen hebben zelfs zin in een sprongetje.



Ze voelen zich kennelijk op hun gemak. We hebben helemaal geluk als zich ook enkele blue pinguïns laten zien. Dat is de kleinste soort die er bestaat, formaat schoen aldus de skipper. Het zijn grappige beestjes om te zien.

We zien ook nog Jan van Genten vanuit de lucht een duik in het water maken om vis te vangen. Nature at its best!

We varen verder en komen rond half twaalf aan bij Robertson Island met één van de mooiste (en meest gefotografeerde) baaien van Nieuw Zeeland. Als je een ansichtkaart van Bay of Islands ziet dan staat deze baai erop. En ik moet zeggen het is ook echt awesome, zoals de Nieuw Zeelanders zeggen. We boffen dat we er vandaag kunnen afmeren, want gisteren was er te veel wind en moest de schipper uitwijken. In deze baai gaan we dus voor anker en wordenwe  met een bootje op het strand afgezet of zwemmen er zelf naar toe. De temperatuur van het water was ongeveer 20 graden dus zwemmen was lekker. Er is gelegenheid om naar het viewpoint te wandelen (zo'n 150 traptreden) met een 360 graden uitzicht op de baaien, te gaan snorkelen of gewoon lekker wat te zwemmen. De meesten gaan zowel even naar het viewpoint, dat ook aswesome was, als lekker zwemmen.

Annelies en William hebben nog even gesnorkeld met hun zwembrilletje op en zagen nog een paar visjes en een zeewierbloemen. Op het strand vonden ze ook een prachtige schelp.
Een uurtje later worden we weer aan boord verwacht, waar onze lunch is klaargemaakt. Met z'n vieren zijn we naar de boot gezwommen, hebben nog wat salto's gemaakt net als de echte dolfijnen en zijn daarna aan boord gestapt. We peuzelen al het lekkers op, terwijl we rustig dobberen in de baai en genieten van de zon en wijn. Heerlijk.

Als we weer verder varen, komen de dolfijnen weer op ons af. Het is inmiddels duidelijk: ze hebben jongen dus kan er niet met de dolfijnen worden gezwommen. Jammer. Maar het is ontzettend leuk om te zien hoe de kleine dolfijnen met hun mama meezwemmen en ook rond de boot komen zwemmen. Volgens de skipper voelen ze zich op hun gemak, want anders zouden ze met hun jongen niet zo dichtbij komen. De crew heeft veel dolfijnen namen gegeven; ze herkennen de beesten aan de vorm van hun rugvin. Er zwemt ineens een heel klein dolfijntje met zijn/haar mama mee.

Die had de crew ook nog niet eerder gezien. Ze vermoeden dat het kleintje pas een week oud is. De kleine poogt ook wat sprongetjes te maken, maar dat ziet er vooral lachwekkend uit. Er valt nog een hoop te leren zullen we maar zeggen!

Er staat wat meer wind, dus het zeil kan worden gehesen. Harry en William dienen als "hulpje" bij het hijsen van het zeil. We gaan dus "onder zeil" verder. Om pakweg kwart voor vier 's middags zijn we terug in de haven van Paihia.  Wat een heerlijke dag op het water ....

We besluiten op de camping de BBQ ook maar aan te steken. Even snel wat inkopen doen bij de supermarkt aan de overkant van de weg, wijntje erbij, nog even hardlopen en dan lekker eten. Jammie.


Alweer een fantastische dag afgesloten. Deze dag gaat zeker voorkomen in onze top 10. Oh ja, dat vergat ik bijna te vertellen. We hebben (eindelijk) ook een passend kado voor Jeroen kunnen vinden.

groetjes van ons allemaal.

27 februari: Waitangi en Russell

Vandaag geen haast, we blijven namelijk lekker in de buurt. Want 500 meter naar links vanuit de camping is de historische bodem van de ondertekening van de stichtingsoorkonde van Nieuw-Zeeland (verdrag van Waitangi) en 500 meter naar rechts gaat de ferry naar Russell, een stil plaatsje aan de overkant van Paihia. Beide bezoeken we vandaag.

Met het verdrag van Waitangi werd Nieuw Zeeland gesticht en werd het onderdeel van het Great British Empire. Begin van de 19e eeuw woedden er vele oorlogen onder de verschillende Maori-stammen, die veel slachtoffers eisten. Er waren toentertijd ongeveer 2000 Europese kolonisten tegen zo’n 115.000 Maori. O.a. vanuit de Anglicaanse kerk waren er tal van missieposten gesticht, de eerste in 1814 in de Bay of Islands. Er werd tussen de Maori en de Europeanen ook handel gedreven. De toenemende wetteloosheid en de stammenoorlogen baarden de Europeanen zorgen. Maar ook de stamhoofden hadden koningin Victoria gevraagd om orde en gezag te bewaren. Captain William Hobson wist in 1840 als onderhandelaar namens Great Britain samen met de Resident van Great Britain in Nieuw Zeeland James Busby de handtekeningen te verzamelen van de Maori-stammen. De Maori mochten hun land behouden evenals hun rechten om er te jagen en te vissen. De soevereiniteit over het land verwierf Engeland echter. De Treaty Grounds vertellen het verhaal van het verdrag. Er ligt ook een exemplaar van een 35 m lange waka, die is gemaakt van drie kauri-bomen. Hij heet Ngatokimantawhaorua, naar de kano waarmee de Maori Kupe Nieuw Zeeland ontdekte. Er is plaats voor 120 Maori-krijgers en hij wordt elk jaar op Nieuw Zeeland-dag gebruikt.





Na het bezoek aan de Treaty Grounds steken we met de ferry over naar Russell. Eén van de oudste stadjes van Nieuw Zeeland, dus staat er ook het oudste kerkje van Nieuw Zeeland en het oudste hotel (Duke of Marlborough, dat als eerste een volledige vergunning had om alcohol te schenken). Ooit was Russell een levendig walvisstation in de 19e eeuw, nu vooral levendig door de toeristen. Maar in de loop van de middag zijn die weer vertrokken en is het een heerlijk rustig klein plaatsje, waar je heerlijk langs de waterkant kunt zitten en over het water kunt staren (desgewenst met een glaasje bij de hand).





Je kunt er ook nog een 20 minuten durende klim ondernemen naar een viewpoint boven het stadje. Daar heb je naar weerskanten een mooi uitzicht over de Bay of Islands.



Een easy going dagje al met al, dat wordt besloten met een gezamenlijk diner aan het Waterfront in Paihia.

woensdag 26 februari 2014

26 februari: Van Orewa naar Paihia

Vandaag rijden we naar onze laatste campingplaats in Nieuw Zeeland. ' s Ochtends tegen 7.00 uur als we wakker zijn zien we dat de zon ook 'wakker' is en opkomt boven de zee. Gauw de camera gepakt om te proberen de zonsopgang nog te fotograferen. Het resultaat was verbluffend.


Mooi dat we dat nog even meepakken. Daarna rustig gegeten, koffie gedronken en alles in gereedheid gebracht om weer op pad te gaan: gas afsluiten, stroomkabel opruimen, luik dichtdraaien, stoelen opruimen en ook alles uitzetten. Dan pas kunnen we gaan. We gaan nog even met z' allen de stad in, hoewel Harry en Marja eerst gaan tanken. De plaats Orewa is niet veel bijzonders, maar in de supermarkt kregen we een goede tip. We kochten een toetje van het merk Puhoi en toen meldde de vakkenvuller dat net boven Waiwera de plaats Puhoi lag en daar maakten ze dat toetje. Er was ook een café bij waar je koffie kon drinken en ook kon eten. Dus daar zijn we gaan kijken. Het bleek een grappig historisch stadje te zijn en de passionfruit cheesecake, die ze maakten in het café van Puhoi, 3 km buiten de plaats, was heerlijk.


Om niet alleen maar over de saaiere, maar wel snellere snelweg 1 te rijden, besloten wij om via de Scenic coastal route te rijden. Duurt slechts een kwartier langer. Achteraf vroegen we ons af waarom we dat eigenlijk wilden. Je komt 2 keer langs een stukje strand, maar voor de rest is er geen reden om deze weg te nemen op weg naar Bay of Islands. We konden dankzij onze detour wel een  blik werpen in de winkel met de naam Smashed Pipi in Mangawhai: een bonte verzameling van glaskunst en pottenbakkerskunst. Op het mooiste van de 2 strandjes langs de route in Langs Beach hebben we geluncht: donkerbruin brood met feta en tomaatjes.

Harry en Marja zijn nog gestopt in Waipu, ongeveer een half uurtje vóór Whangarei. Het plaatsje stelt erg weinig voor, maar heeft wel een interessante geschiedenis. Halverwege de 19e eeuw hebben zich er maar liefst 900 Schotten gevestigd. Die roots zijn uiteraard in het dorp nog terug te vinden, o.a. houden ze er jaarlijks de traditionele Highland games. Verder staat er een oud houten kerkje uit 1871. We bezoeken het kleine museum. In de 19e eeuw werd er in de Schotse hooglanden steeds meer op het houden van schapen overgegaan, waardoor er vele (arme) Schotse families van huis en haard werden verdreven. Ze zochten hun heil elders, o.a in Canada en Amerika. Een groep onder leiding van dominee McLeod toog naar Canada. Maar daar hadden ze weinig geluk: oogsten mislukten en verdere armoe was hun deel. Toen besloten ze om naar Nieuw Zeeland te gaan, met eigen gebouwde schepen, helemaal via Afrika en Australië. Hun uiteindelijk bestemming was dus Waipu. Een mooie geschiedenis.

Uiteindelijk voerden de weg ons allemaal naar Whangarei, waar we elkaar weer tegen kwamen in Town Basin. Harry en Marja hadden net een exquise lunch genuttigd toen wij aan kwamen wandelen. 

Ons volgende doel was het zien van de kauri bomen in het A.H Reed memorial park. Voor Harry en Marja was dat de eerste keer en het scheelt ook hun een rit naar het verre Noordoosten van het Noordereiland. Zoals jullie al eerder hebben kunnen zien zijn het dikke, grote bomen die erg oud kunnen worden. We liepen op een hoog plateau, op soms wel 5 meter boven de grond, zodat je goed zicht kreeg op de bomen.

De laatste stop voor Paihia waren de Whangarei watervallen. Zoals altijd was dit weer bijzonder en leverde het weer fotogenieke plaatsjes op.

Tegen 18.15 reden we Paihia binnen. Op het eerste gezicht een leuk plaatsje, met een haven, een ferry naar Russel dat aan de overkant ligt en restaurantjes. De camping is kleiner dan we zijn gewend, maar wel netjes, schoon en rustig (op het geluid van de weg na). Dus hier blijven we nog 3 nachten. We hebben trouwens meteen maar een tocht geboekt met een zeilboot voor het spotten van dolfijnen. Hopelijk kunnen we dan ook met ze zwemmen.




dinsdag 25 februari 2014

25 februari: Van Coromandel stad naar Orewa

William en Annelies namen de 309 road de heuvels over: 20 km gravelweg.

Onderweg kwamen zij eerst de wilde varkens tegen, die klein en hand tam bleken te zijn. Niet wild dus. Kort daarna verscheen de Waiau waterval. Een mooie waterval, die zich uitstekende leende om te “verstillen” of juist extra laten stromen. De fotografen onder ons weten nu meteen wat we bedoelen en voor de anderen geldt even googelen.


Als toetje konden ze nog even het bos in om de kauri bomen te bewonderen. Er was zelfs een siamese kauri. Dat scheelt toch weer een ritje naar het kauri bos in het uiterste noorden van  het Noordereiland.


Harry en Marja vertrekken vanuit Coromandel via de noordelijke kustroute naar Whitianga. Dit is een gewone asfaltweg die langs de kust slingert, met weer fraaie baaien. We stoppen o.a. in de baai van Whangapoua.

Zo rond half twaalf zijn we in Whitianga. Langs het beachfront staan werkelijk kapitale huizen met uitzicht op de baai. We weten nu dus waar het geld zit: o.a. op Coromandel Peninsula! Na een bakkie koffie rijden we via Cooks Beach (ja die weer) naar Hahei, waar we gezamenlijk inschepen op een boottocht naar Cathedral Cove en Blow Hole. De boot blijkt een maxi rubberboot voor 10 personen te zijn. We krijgen zwemvesten om en waden door de branding naar de boot. Onze captain heet Quinten en heeft er zin in!




We varen met de boot tot in het blowhole:
Cathedral Cove:

We besluiten de dag met een rit van 3 uur naar een plaatsje boven de grote stad Auckland en komen uit in Orewa. Daar zoeken we een plekje op een camping langs het strand.

Aangekomen in Orewa op de camping trad de normale procedure in werking;  Annelies bereidt het eten voor en William gaat vervolgens koken. Ondertussen gaat Annelies nog even aan het werk:  email bekijken, checken of er nog mensen hebben betaald, appen naar Yvonne, die zo top alles rondom de bestellingen in Nederland verzorgd. Gelukkig is er deze keer ook tijd om nog even op facebook een berichtje achter te laten voor mijn geweldige designteam: Anja, Hennie, Marianne, Miriam en Wilma; jullie doen het super samen!! Er is zelfs nog gelegenheid om even alle prachtige creaties van allemaal te bekijken. Heerlijk om te zien dat alles zo goed geregeld wordt. Meiden bedankt!!

Vanavond heeft Harry ook nog een keer geprobeerd contact te zoeken met een oud-klasgenoot van de lagere school die zo’n 30 jaar geleden naar Nieuw Zeeland is geëmigreerd. Deze keer lukte het: het telefoonnummer blijkt van zijn ouders te zijn, die ik ook nog vaag van vroeger ken. Zij zijn net van vakantie terug, vandaar dat ik maar geen gehoor kreeg. Ik had al eerder op de voicemail ingesproken en op basis daarvan hebben ze hun zoon ingelicht. Die blijkt mij nog wel te kennen van vroeger. Ik kreeg van zijn ouders het telefoonnummer en we hebben contact gelegd. Wat leuk om elkaar na zo lange tijd (jaren zeventig van de vorige eeuw!) weer te spreken. Komende zaterdag ontmoeten we elkaar in Auckland en drinken er een borrel op. Ik ben benieuwd!

Groetjes, Harry en Marja, William en Annelies

maandag 24 februari 2014

24 februari: Van Rotorua naar Coromandel stad

Het begint op te schieten. We zijn nu vanaf 2 februari in Nieuw Zeeland. Op 2 maart vliegen we naar Fiji, om  alle mooie herinneringen te laten bezinken en bij te komen van het reizen. ’s Ochtends staan we altijd vroeg op (8 uur op z’n laatst) en we reizen soms door tot laat (8 uur ’s avonds).

Vandaag gingen we op pad naar Coromandel, gelegen in het Noordoosten van het Noordereiland met prachtige blauwe wateren, mooie stranden en baaien. Het eerste stuk voerde ons door het binnenland naar Waihi: een goud mijnwerkersstad. Onze eerste gedachte was dat hebben we vaker gezien dus daar hoeven we niet speciaal voor te stoppen. Toch maar even door de stad gereden, omdat er ook een Nederlandse winkel zat en als je dan toch bent gestopt kun je net zo goed gaan kijken. Zie het resultaat.



Een levensgrote pit geboord in de grond. Onder de stad zelf lopen allemaal gangen waar de mijnwerkers vroeger naar goud boorden. Ik hoop dat ze hier niet net zo aardbevingsgevoelig zijn als in Groningen. Al hoewel ze natuurlijk al wel op schuivende landplaten liggen. Afin het was indrukwekkend. Daarna op naar Thames. Helaas zaten Annelies en ik in de auto even niet op te letten en toen zaten we al op een andere route, die ook naar die plaats ging, maar wel met een omweg. Onze Bep (de navigatie) reed namelijk via de kortste route naar de ingestelde plaats en dat was een andere dan Thames. Gelukkig leiden ook nu weer bijna alle wegen naar Thames. Nou, we kunnen je uit eigen ervaring vertellen het stadje valt tegen. Je kunt het rustig overslaan. Daarna samen met Marja, Harry las de krant, een bezoekje gebracht aan de vlindertuin. De beide dames hebben zich daar vervolgens uitgeleefd met het maken van foto’s.


Een eindje verderop parkeerden we de campers aan het water om in de zon even lekker te genieten van een boek, de krant of wat dan ook. Ondertussen regelden we nog even een boottocht voor morgen vanaf Hahei naar Cathedral Cove, de Blow Hole en andere mooie baaien.


Eigenlijk was het een beetje een saaie dag vandaag. Gelukkig werd dat goed gemaakt toen we in de buurt van Coromandel stad kwamen: bochtige, slingerende soms smalle wegen, die ons de bergen in voerde naar panoramische uitzichten en naar de stad zelf.

’s Avonds nog even de zonsondergang bewonderd, die ook een beetje tegenviel. 


We raken verwend denk ik.

zondag 23 februari 2014

23 februari: Rotorua en omgeving

We staan bijtijds op want we gaan naar de Lady Knox geiser in Wai-o-Tapu Thermal Wonderland, die om exact 10:15 zal spuiten. Deze geiser ligt op een klein half uurtje rijden van Rotorua en de belangstelling op dit tijdstip zal waarschijnlijk groot zijn. Om half tien komen we aan en het is er al behoorlijk druk. Snel kaartje kopen, want daarna moet je met de auto/camper nog weer een eindje rijden naar de geiser. Tegen tienen nestelen we ons op heuse tribunes die rond de geiser zijn gemaakt. Het raakt al snel vol. We zitten met z’n allen te kijken naar een soort mini-vulkaantje dat wat staat te stomen.


Om exact kwart over tien komt er een gids van het park die wat over de geiser vertelt en het ding komt activeren natuurlijk. Eind 19e eeuw was er op die plek een gevangenis. De gevangenen moesten het bos ontginnen en daarbij stuitten ze op deze geiser. Ze merkten dat er heet water vlak onder de oppervlakte was en ze wasten er hun kleren in, met zeep. En die zeep zorgde ervoor dat de geiser ineens ging spuiten. Wat blijkt: de zeep vermindert de oppervlaktespanning van het waterreservoir onder de geiser, waardoor stoom en water vrijkomen en naar buiten spuiten. In 1903 werd de geiser officieel “geopend” door de dochter van de gouverneur-generaal van Nieuw-Zeeland, vandaar de naam lady Knox.
Wat gebeurt er nu elke dag om de toeristen te plezieren? Er wordt wat zeeppoeder in het kratertje gegooid en na een paar minuten begint de geiser onbedaarlijk te spuiten.


Na deze “voorstelling” bezoeken we het thermal park. Het is werkelijk wonderschoon. Je ziet er verschillende vormen van vulkanische activiteit en wat de chemische stoffen allemaal met het gesteente en de grond doen. Het geeft allerlei kleuren af: geel, (gif)groen, oranje. Spectaculair om te zien. Het meest kleurige is de zogenaamde Champagne Poel. Uiteindelijk duurt de wandeling over het terrein ongeveer 1 tot anderhalf uur.




Aansluitend bezoeken we nog the green and the blue lake. Die liggen naast elkaar: het ene is groen van kleur en het ander blauw. Toen wij er waren, was het verschil in kleur minimaal.

De rest van de middag doen we lekker niks, want we hebben nog een heel avondprogramma voor de boeg. Om zes uur worden we keurig opgehaald door een busje dat ons naar Mitai Maori Village brengt. Een stukje bos, eigendom van Maori, aan de rand van de stad, waar dagelijks een cultureel programma wordt voorgeschoteld. Het is een show voor zo’n 400 aanwezigen. Groots opgezet dus.
De ontvangst is in een tent, waar allemaal gedekte tafels staan. We krijgen er namelijk ook te eten: de traditionele ‘hangi”, eten dat in de warme grond is bereid. Het eten wordt aan het begin van de avond uit de grond omhoog gehaald en verder klaargemaakt voor ons om op te eten.


 Maar voordat het zover is, gebeurt er eerst nog het één en ander. We krijgen de traditionele gebruiken van de Maori uitgelegd. Zoals begroeting (“hongi”): je geeft een hand en de neuzen raken elkaar twee keer aan. De eerste keer betekent een begroeting aan de wederzijdse families en de tweede keer is het een bevestiging van de vriendschap van de “neuzers’. Ook moet er uit de groep (wij zijn die avond ook een “tribe”) een chief worden gekozen, die ons vertegenwoordigt bij de begroetingsceremonie met de chief van de Maori-stam. Dan gaan we met de gids het bos in, want op het riviertje dat door het bos stroomt komen de Maori-strijders met hun “waka” (kano) aan. Dat gaat met veel strijdkreten gepaard.


Vervolgens worden we naar een nagebouwd Maori-dorp geleid, waar we in een zaal plaatsnemen. Daar vindt de begroeting plaats tussen het Maori-stamhoofd en onze zojuist gekozen chief. Het “neuzen” gaat goed. We krijgen daarna een (humorvolle) uitleg van de chief over de tradities en gewoonten van het Maori-volk. Er wordt gezongen, gedanst en de “haka” wordt uitgevoerd. Dat is een soort dans die de strijders opvoeren om zich voor te bereiden op de strijd en om de tegenstander te imponeren. Je ziet het ook bij het begin van rugbywedstrijden van het nationale team van Nieuw Zeeland. Het kenmerkende is o.a. dat ze hun tong uitsteken.




Na de “voorstelling” kunnen we gaan eten. De ‘hangi” is in buffetvorm uitgeserveerd (kip, lam, “Kumara” (zoete aardappelen), rijst, salades en een dessertbuffet). Allemaal prima verzorgd. Na het diner gaan we nog éénmaal het bos in om gloeiwormen te bekijken. Ze zijn er inderdaad: een wonderlijk gezicht al die gloeipitjes in het donker. Tegen tien uur worden we met een busje weer keurig op de camping afgeleverd. Een heel vermakelijke avond al met al.

Haere ra! (tot ziens),
Harry