maandag 7 januari 2019

Muscat: 7-8 januari

Om 4.13 uur gaat de wekker. Vroeg op om dadelijk weer naar de schildpadden te gaan kijken. Met een kleine groep gaan we op pad. Na even zoeken vinden we een schildpad die de eieren aan het toedekken is. Ruim een uur kijken we ademloos en ook wat verveeld toe. 



Wat gaat dat langzaam. De zon komt al op en met het toenemen van de lichtintensiteit wordt het ook makkelijker om foto’s te maken. Dan zien we dat er nog meer schildpadden op het strand zijn, die wel onderweg zijn naar de zee. 


Als je over het strand kijkt dan lijkt het net een maanlandschap met heel veel kraters. Het is duidelijk dat hier veel schildpadden hun eieren leggen. 



Dan is het tijd om deze bijzondere plek te verlaten. De laatste 2 dagen van onze vakantie breken aan. Langs de kant van de snelweg bezoeken we een zinkgat. Raar om te zien. Het is enorm en lijkt natuurlijk ontstaan, maar dat is eigenlijk niet zo.


Om 13.00, na een rondrit door Muscat, bereiken we ons resort: Muscat Hills Beach Resort. Hier verblijven we in een strandhutje aan een baai van de Golf van Oman: lekker relaxen op een strandbedje zonder zorgen. Zo eindigen we onze vakanties graag.

Ras al Jinz: 6 januari

“s Ochtends zijn we vroeg uit de veren. Afgelopen nacht hebben we heerlijk geslapen in onze Bedoeïne tent. Vroege vogels klommen al om 5 uur uit hun bed om de zonsopgang te bekijken. Dat hebben we maar even voorbij laten gaan.
Tijdens het ontbijt tipte een van de mensen uit het kamp ons dat om 9 uur de groep Italianen vertrekt en dat we daar achter aan kunnen rijden. Als we zover zijn blijkt dat de Omani gidsen hun rijders zijn. Zij rijden met 80 door de woestijn. Zelf rij ik met gemak 60 en soms 70, maar 80 vind ik te snel. Gelukkig rijdt een van de gidsen rustiger dus achter hem omzeilen we zandkuilen, crossen we over zandheuvels en glijden we soms van links naar rechts bij een snelheid van 60 per uur. En dan hebben we al weer 22 km afgelegd.

We laten de banden weer op pompen bij hetzelfde mannetje dat gisteren de banden leeg liet lopen (met toestemming natuurlijk). Hij zwaait ons uit en we gaan op weg naar ons eerste stoppunt Wadi Bani Khalid: een oase met echte waterplassen. Het is meteen de eerste keer dat we water zien, want alles staat droog in hun winter.




Op onze terugtocht uit de wadi zien we een kameel aan een touw. Deze wordt vastgehouden door een man uit het passagiers raam van een auto. Bijzonder gezicht. We rijden via Jalan Bani Bu Ali, omdat het een mooie route is die langs de zee voert. Het biedt afwisseling van de droge binnenlanden.

Tegen 15.00 rijden we het dorp Ras al Jinz binnen: de plek van de schildpadden die aan land komen om eieren op het strand te leggen. Vanavond en morgenochtend gaan we kijken naar dit bijzondere fenomeen.


Het is druk in de lobby. Vol met mensen die komen kijken naar de schildpadden. 



Officieel is het niet het juiste seizoen, maar iedere dag zijn er enkele op het strand. In de zomer zijn er wel 100 tegelijk, maar dan is het wel 50 graden. We zien 2 groene schildpadden die eieren leggen. Van één zien we het leggen. De schildpad maakt eerst met z’n voorpoten een diepe kuil en dan met z’n achterpoten een smal gat van ongeveer 50 cm diep. Daarin legt zij ongeveer 100 eieren. Vervolgens maakt ze het eerst met de achter- en dan met haar voorpoten weer dicht door zwembewegingen te maken waardoor ze het zand naar achter gooit. Voor haar ontstaat dan weer een kuil en achter haar een berg zand. 



De eitjes liggen dan ongeveer 1 meter diep. Als ze klaar is na zo’n 2 uur kruipt ze uit het gat en sleept zich over het zand naar de zee toe. Het spoor heeft veel weg van een tankspoor. 


Wellicht hadden we veel geluk gisteravond, want we zagen ook nog een heel klein jong schildpadje. Ze reageert op licht. Als de golven op de kust rollen dan blijft er plankton achter. In het donker geeft plankton licht en zo weten de jonge schildpadden de weg naar de zee te vinden.


Safari desert camp - Mintarib: 5 januari

Gisteren zijn we gaan slapen met de gordijnen open om “s ochtends te kunnen genieten van de zonsopgang. Inkijk is er niet echt te vrezen dus. Rond half 7 in de ochtend stommelt en rommelt Annelies, terwijl ze haar kleren aantrekt en ook ik trek wat warms aan. We zitten tenslotte wel op 1.400 meter hoogte. Vanaf het balkon zien we de lucht langzaam kleuren terwijl de zon opkomt. Volgens mij zijn we de enige stervelingen die nu zitten te kijken, op 1 man na die een foto komt maken (niet van de zonsopgang) en weer vertrekt.


Op tijd wakker betekent dus ook op tijd aan het ontbijt en als gevolg daarvan tijd om nog te genieten aan de rand van het zwembad (lees: zonnen en lezen) voor we vertrekken. Rond half 11 zijn we bijna de laatste gasten die weggaan. Ons doel vandaag is slapen in de woestijn. Om half 3 arriveren we in het kantoortje van Safari desert camp. We wachten tot er nog enkele gasten zich gemeld hebben. Door een lokale ondernemer wordt de bandenspanning verlaagd van onze landcruiser, zodat we beter uit de voeten kunnen in de woestijn en vergezeld van 1 gids vertrekken we in 3 4WD naar het kamp. Iedereen rijdt zelf. Low gear is niet nodig, alles kan in high gear. Af en toe moet je wel snelheid maken om de hoge heuvel op te komen, maar verder is het simpel rijden. Niet van die diepe zandsporen als toen tijdens onze 1-daagse clinic off-road rijden Gijs. Maar het is natuurlijk wel gaaf om door de woestijn te rijden.

Na 22 km rijden door de woestijn arriveren we bij het kamp. 


De ontvangst gaat vergezeld van Omaanse koffie of thee en dadels. We verblijven in een soort van bedoeïne tent. 

Om half 5 springen we op een kameel om de hoge zandduinen te bedwingen met als doel het bewonderen van de zonsondergang. Helaas is het wat bewolkt dus dat gooit roet in het eten. Maar de kameel als vervoermiddel waarmee we ons hebben verplaatst strepen we af op de bucketlist.



Na snel een half koude douche te hebben genomen is het tijd om te rusten zodat we fit aan het diner verschijnen.
Als we teruglopen naar de tent worden we verrast door een prachtige sterrenhemel: heldere sterren en minder helder en wie weet wel iets van een melkwegstelsel. Of vertroebelt de Omaanse koffie nu mijn opmerkzaamheid?






zaterdag 5 januari 2019

Hail al Shas: 4 januari

Vandaag, vrijdag, gaan we de veemarkt in Nizwa bekijken. Ieder boek en reisleider vertelt dat dit bijzonder is. Je moet er wel vroeg bij zijn want om 11 uur is het echt afgelopen, omdat dan het vrijdag gebed begint.

We hoeven niet te zoeken waar het is. We kennen de route inmiddels en de drukte kondigt zich al aan vanaf de weg. Alleen is het wel erg druk op de parkeerplaats. Maar zoals vaker rijdt er net een auto weg en heb ik weer geluk.
De veemarkt is absurd, alsof de tijd heeft stilgestaan. Mannen rennen met hun koeien en dan vooral stieren ( maar ook geiten) rondjes in een carrousel, terwijl de kopers en de toeristen er in een cirkel om heen staan of in de binnenring staan.




Interesse tonen in een mogelijke koop gebeurt door een handgebaar of het gooien van een steentje om de aandacht te trekken. Als de koop gesloten is wordt het beest aan een paal gebonden en gaan ze eerst nog ff kletsen. Naast mij staat bv een geit die vastgebonden is en geduldig wacht op zijn nieuwe baasje.

Na deze ludieke voorstelling dwalen we door de verschillende souks: dadel Souk, groente Souk, aardewerken potten souk en een waarvan de meeste shopjes gesloten zijn. Rond 11 uur stappen we weer in onze Toyota landcruiser en rijden naar het El Saiq plateau dat op 2000 meter hoogte ligt. Het eerste uitzichtpunt is Diana viewpoint in het dorp . WeAl Ayn en A”sherageh kunnen het niet direct vinden, omdat er geen teken is waar we moeten zijn dus ik stop bij een benzinepomp om het te vragen. En dat is het begin van een bijzonder verhaal. De pompbediende haalt zijn schouders op en wijst naar een Omani in een 4WD. Dus ik loop naar hem toe en vraag de weg. Hij zegt “je kunt het best naar het nieuwe hotel gaan en vanaf daar zie je alle dorpjes en bijzonderheden het beste”. Ik denk hotel??? En dan begint hij een verhaal over dat hij in Arnhem is geweest en zijn zoon, die naast hem zit in Amsterdam. Dus ik praat mee, maar denk: ik wil alleen maar de route weten. En dan, voor ik het weet rijden we achter hen aan, leidt hij ons rond in zijn nieuwe hotel met een fantastisch uitzicht en zitten we ruim een uur te praten met hem en zijn zoon over van alles. 




Hij is een gepensioneerde kolonel en zijn zoon zit in de IT business bij de politie. We drinken koffie en Mahmoud vraagt van alles aan mij en ook aan Annelies. Zijn zoon Ahmed laat zien waar hij is geweest in Amsterdam. We praten over familie, de Sultan van Oman, het koningshuis. Al snel is het bijna 14.00 uur. Mahmoud nodigt ons nog uit in zijn huis, maar dat slaan we beleeft af. 



We willen toch wel graag de dorpjes van dichtbij zien en daarna moeten we nog 2 uur rijden naar ons hotel. We wisselen telefoon- en Facebook gegevens uit en dan bekijken we nog de mooie plaatsen: Al Ayn en A”sherageh.






Circa 2 uur later arriveren we rond 17.00 uur in THE VIEW in Hail al Shas. 



Wauw wat een schitterend uitzicht. We zijn op tijd voor de ondergaande zon, die over een half uur achter de bergen zal verdwijnen. Wat een spektakel! Prachtige kleuren tekenen de hemel. Ik raak er zelfs een beetje van in extase. Dit is een “extraordinary spot”. Soms leent het Engels zich beter voor wat je wilt uitdrukken. 

Als de zon ondergaat gaan de lichtjes in de stad Al Hamra onder ons aan. Net een gekleurde kerstboom.

Nu genieten we van een 5- gangen diner. We voelen ons heel erg verwend.

donderdag 3 januari 2019

Nizwa: 3 januari

Vannacht was het een koude nacht. Het dunne dekentje in ons tent-huisje was niet voldoende om ons warm te houden. Gelukkig staat de zon al weer hoog aan de hemel, zodat onze koude spieren weer warm en soepel worden. Na een heerlijk ontbijt rijden we nog een eind de berg Jebel Shams op om de mooie uitzichten te bekijken. 


Daarna rijden we naar het volgende mooie dorp Misfat al Jabreen. De afdaling van de berg over de onverharde weg met haarspeldbochten gast snel, zonder er een te missen. Voor we het weten bereiken we alweer de asfalt weg.


We rijden langs een weg waar we gisteren verschillende loslopende d(r)ommedarissen zagen. Wat verder opvalt is het grote aantal verharde voetbalvelden zonder spelers. Ze leggen ze zelfs aan in de bedding van de rivier.


Misfat al Jabreen bestaat uit een nieuw deel op de top en een oud deel dat bestaat uit veelal bewoonde mudbrick huizen. We dwalen door de straatjes en verwonderen ons over de schoonheid van dit alles. Bij het Misfat old house drinkt William een Omaans bakkie, drinkt Annelies een bananen juice en doen we ons tegoed aan de heerlijkste verse dadels.


Als we uitgedoold zijn (en nat bezweet van alle trappen lopen) vertrekken we naar Al Hoota cave (grot). Een groot ondergronds gewelf van 5 km lengte waarvan slechts een deel, 900 meter, toegankelijk is. Het is de enige grot in Oman die open is voor publiek. Als je er
toch bent wil je dit niet missen.




Het bezoek aan de grot was op het heetst van de dag, dus een goede keuze van ons. Ook al was het in de grot ook nog steeds 21 graden. We nuttigen nog snel even een boterham met feta en cherry tomaat en rijden dan naar het Golden Tulip Nizwa hotel: onze volgende overnachtingsplek. We worden met alle egards ontvangen en vlijen ons vrijwel
direct neer in de bedjes aan het zwembad.

De rest van het verhaal kunnen jullie ook vertellen. Annelies zont, William loopt hard en ‘s avonds genieten ze van een overheerlijk diner. Al is het wel zo dat dit laatste op het moment van schrijven nog moet plaatsvinden.

Jebel Shams: 2 januari

Vandaag vervolgen we onze reis naar het Jebel Shams plateau. We reizen door Nizwa en plannen een stop in Al Hamra en Misfat al Abryeen. Dankzij de prachtige expressway gaat het eerste deel van de reis tot aan Nizwa snel. Het nadeel is wel dat het saaier is: vlak landschap liggend tussen de bergen gebouwd in een rots-steenachtig zand terrein.

Als we door de prachtige poort aan de rand Nizwa binnen rijden wordt het machtige fort al aangekondigd. 

We besluiten om onze planning aan te passen en eerst het fort te gaan bekijken. In tegenstelling tot de andere forten is de toegangsprijs van deze 10x maal zo hoog (€ 12). Maar dat is nog steeds een koopje vergeleken bij de prijzen van de kastelen in Frankrijk.
Als we op het middengedeelte van het fort lopen is er een traditioneel Omaanse mannendans gaande. Leuk om even mee te maken. 


Het fort bestaat uit een hele grote hoge ronde toren dat diende ter verdediging. Er staan kanonnen en ze goten ook hete dadelsiroop naar beneden om de vijand buiten te houden. Bovendien was het fort beveiligd met 7 deuren, waarbij achter 5 deuren ook nog eens een valkuil zit. Gelukkig zijn deze nu afgedekt met glas. In het aangrenzende kasteel hangt aan de wanden een uitgebreide uitleg over Nizwa, het kasteel en het ontstaan van Oman.

In het kasteel nemen we op verzoek foto’s van een Omaans koppel en zij van ons. 


De dame, die geen Engels spreek, is zeer geïnteresseerd in onze zoomlens. Haar man vertaalt wat wij vertellen. Als we het kasteel willen verlaten wordt ons een klein kopje koffie aangeboden met dadels. Weigeren kan maar is niet beleefd. Het smaakt overigens heerlijk.

Als we het kasteel verlaten is het lunchtijd, dus gaan we bij een coffeeshop zitten. Niet net zo een als in Amsterdam. Hier verkopen ze gewoon een kip sandwich (wat eigenlijk een opgerolde tortilla is) en lekkere mango en ananas sap. Ruim een uur later vertrekken we richting Al Hamra om de oude stad, die gemaakt is van modder met stro (mudbrick) te gaan bekijken. We kunnen het oude dorp niet vinden, maar juist op dat moment rijden we onder een oude smalle poort door zo het mudbrick dorp binnen. Het is bijzonder en prachtig om te zien. Veel huizen zijn niets meer bewoond, enkele worden gerenoveerd en 2 huizen zijn ingericht als museum. 



We gaan bij het huis met de naam Baih al Safah naar binnen en dwalen door het wonderbaarlijk grote huis met al z’n vertrekken en verdiepingen. In een van de vertrekken worden we gastvrij ontvangen en rondgeleid terwijl onze Omaanse gastheer uitleg geeft en een oude Omaamse man zingt en een riem vlecht. 


Het huis was van de lokale leider en de hele familie woonde er van opa- oma tot aan de kleinkinderen: circa 25 mensen. Aan het einde werden we in de gastenkamer uitgenodigd voor een klein kopje koffie of thee met dadels. 


Een bezoek aan dit huis kunnen we iedereen aanbevelen het is leuk, interessant en de mensen zijn heel gastvrij.
Daarna hebben we nog even kort het andere huis Beit al Jabal bezocht.

Via een smal weggetje zijn we in staat om ons door en uit het oude stadje te wringen en komen we uit op een hoger gelegen lokatie met een prachtig uitzicht op de oude mudbrick stad.


Dan blijkt ook pas hoe groot het eigenlijk is. Vervolgens zetten we koers naar onze overnachtings plek: Sama Heights Resort gelegen in het gebergte Jebel Shams, dat met 3 km hoogte de hoogste berg van Oman is.

Ons vermoeden is dat we nu echt off road gaan rijden over niet geasfalteerde wegen (zoals in Namibië ma), maar tot onze verbazing ligt er inmiddels gewoon een brede geasfalteerde weg. Gelukkig rijden we toch een km of 12 over een niet geasfalteerde wasbordweg met heuveltjes en kleine kuilen. Zo kan ik heel heel langzaam wennen aan het rijden met een 4WD. Ons complex ligt hoog, maar jammer genoeg niet op een top, zodat we vanaf onze plek geen zonsondergang kunnen bewonderen. Aangezien aan het einde van de dag het (zon)licht mooi zacht en kleurrijk is rijden we even naar de Grand Canyon van Oman (2 km van de plek waar we verblijven). 




En het is indrukwekkend om te zien. Het blijft fascinerend om zoiets immens te zien dat in miljoenen jaren is ontstaan.

Zo en nu is het tijd voor een douche, wat rust en een diner.