Het begint op te schieten. We zijn nu vanaf 2 februari in
Nieuw Zeeland. Op 2 maart vliegen we naar Fiji, om alle mooie herinneringen te laten bezinken en
bij te komen van het reizen. ’s Ochtends staan we altijd vroeg op (8 uur op z’n
laatst) en we reizen soms door tot laat (8 uur ’s avonds).
Vandaag gingen we op pad naar Coromandel, gelegen in het
Noordoosten van het Noordereiland met prachtige blauwe wateren, mooie stranden
en baaien. Het eerste stuk voerde ons door het binnenland naar Waihi: een goud
mijnwerkersstad. Onze eerste gedachte was dat hebben we vaker gezien dus daar
hoeven we niet speciaal voor te stoppen. Toch maar even door de stad gereden,
omdat er ook een Nederlandse winkel zat en als je dan toch bent gestopt kun je
net zo goed gaan kijken. Zie het resultaat.
Een levensgrote pit geboord in de grond. Onder de stad
zelf lopen allemaal gangen waar de mijnwerkers vroeger naar goud boorden. Ik
hoop dat ze hier niet net zo aardbevingsgevoelig zijn als in Groningen. Al hoewel
ze natuurlijk al wel op schuivende landplaten liggen. Afin het was
indrukwekkend. Daarna op naar Thames. Helaas zaten Annelies en ik in de auto
even niet op te letten en toen zaten we al op een andere route, die ook naar die
plaats ging, maar wel met een omweg. Onze Bep (de navigatie) reed namelijk via
de kortste route naar de ingestelde plaats en dat was een andere dan Thames.
Gelukkig leiden ook nu weer bijna alle wegen naar Thames. Nou, we kunnen je uit
eigen ervaring vertellen het stadje valt tegen. Je kunt het rustig overslaan.
Daarna samen met Marja, Harry las de krant, een bezoekje gebracht aan de
vlindertuin. De beide dames hebben zich daar vervolgens uitgeleefd met het
maken van foto’s.
Een eindje verderop parkeerden we de campers aan het water om
in de zon even lekker te genieten van een boek, de krant of wat dan ook.
Ondertussen regelden we nog even een boottocht voor morgen vanaf Hahei naar Cathedral
Cove, de Blow Hole en andere mooie baaien.
Eigenlijk was het een beetje een saaie dag vandaag.
Gelukkig werd dat goed gemaakt toen we in de buurt van Coromandel stad kwamen:
bochtige, slingerende soms smalle wegen, die ons de bergen in voerde naar
panoramische uitzichten en naar de stad zelf.
’s Avonds nog even de
zonsondergang bewonderd, die ook een beetje tegenviel.
We raken verwend denk
ik.
Maar die vlindertuin lijkt me toch wel heel vet!!
BeantwoordenVerwijderen