Vandaag gaan we naar Katmai National Park, de plek waar
we beren zullen gaan observeren. ’s
Ochtends na het opstaan kunnen we lekker in het zonnetje ontbijten. Tegen half
negen rijden we naar Emerald Air Service waar vandaan we met een
watervliegtuigje zullen vertrekken. Ter
plekke worden we eerst nog even gebriefd door Eric over wat we gaan zien, wat
we wel en niet mogen doen en we krijgen
charmante laarzen aan die tot aan je liezen reiken. Deze zorgen ervoor dat je
niet nat wordt als je door een rivier waad. Veel extra laagjes zullen we niet
nodig hebben want het weer in Katmai is ook prima. Eén van onze gidsen die daar
overnacht heeft heeft per sateliettelefoon nog even contact gehad met Emerald.
Naast ons gaan er nog 4 Amerikanen mee. Dus we zitten met
z’n zevenen in het watervliegtuigje. De tocht duurt circa 1.15 uur, omdat het
toestel niet snel is. Het bouwjaar is 1946. Hij vliegt wel goed. In Katmai
landen we in het zelfde watertje als alle andere watervliegtuigen die er al
staan. Allemaal groepen die van Kodiak eiland komen. Daar leven ook beren, maar
omdat er op ze gejaagd wordt vluchten ze meteen als ze mensen zien. Op Katmai
eiland is dat niet het geval. Daar associëren de beren mensen niet met gevaar,
dus besteden ze ook totaal geen aandacht aan ze en rennen ze ook niet weg.
Zolang je jezelf maar wel aan hun regels houdt. Voorover buigen wordt door hun
gezien als agressief net als recht op een beer aflopen. Op Katmai eiland bevinden zich overigens ook vulkanen
en gletsjers.
Als we over het Katmai eiland vliegen zien we op het
strand al beren lopen. Beren doen in hun leven maar 3 dingen: eten, slapen en
paren. Wij arriveren op het moment dat ze in hun paringsperiode zitten. Verder
zijn beren efficiënte beesten. Ze doen niet meer dan nodig is. Als we aankomen
staat de andere gids, Natan, ons al op te wachten. Als iedereen een bushstop
heeft gemaakt vertrekken we.
We lopen tussen bomen en struiken door en bereiken
een grote grasvlakte. Daar treffen we meteen al 8 beren aan. Dit is bijzonder
als je er vanuit gaat dat er ongeveer 10 beren op één vierkante mijl leven. Ter
vergelijking: in Denali Park is dat 1 beer per vierkante mijl. Dit verschil
ontstaat omdat er in Katmai voor de beren veel meer te eten is. We lopen langs
de rand van de grasvlakte in een lint en gaan zitten op een boomstronk om de
beren te kunnen observeren.
De afstand tussen ons en de beer is minimaal 300
meter. We krijgen veel uitleg over de beren en we zien de verschillende
rituelen van de beren die horen bij het paren, inclusief het “haantjes” gedrag
van de mannetjes beren: ‘ik ben groter dan jij dus jij moet wegwezen”. Op deze wijze verblijven we ongeveer 4 1/2
uur op dezelfde grasvlakte.
We verplaatsen ons een aantal keren om nog beter
zicht te krijgen op de beren. Eén van die plekken is in de buurt van een
rivier. De beren lopen aan de andere
zijde, totdat er één over gaat steken en ons tot op circa 40 meter nadert. Een
bijzondere ervaring.
De beren weten dat we er zijn, ze ruiken ons, maar omdat
ze niet bang zijn voor ons, gaan ze door waar ze mee bezig waren. In dit geval
eten.
Tegen vier uur vertrekken we weer met het
watervliegtuigje naar Homer. William heeft een plek in de cockpit gekregen,
naast de piloot.
Als we weer geland zijn is het nog steeds prachtig weer.
William besluit om nog even te gaan hardlopen, terwijl Annelies zich ontspant
met een boek in de zon. Tijdens het hardlopen komt William nog een moose tegen
die ineens de weg overstak. Gelukkig zagen de automobilisten dat ook.
’ s Avonds gaan we nog even lekker uit eten: een burger
voor Annelies en een steak met grote garnalen voor William: heerlijk.
Kortom we hebben ons vermaakt en het was een BERENLEUKE
dag (vandaag is dat één woord).
Gaaf hoor die beren zo dichtbij!
BeantwoordenVerwijderen